zaterdag 14 november 2015

Kruising, het 2e jaar...

Eerder heb ik geschreven over de kruising die ik had gemaakt tussen een mannelijke katwilg (Salix viminalis) en een vrouwelijke bittere wilg (Salix purpurea).
De jonge planten heb ik in een klein hoekje geplant en verder laten groeien. Ik moet helaas een beetje woekeren met de ruimte want ik had ze graag meer ruimte gegeven, maar dat heb ik gewoon niet. Ze staan dus wat dicht op elkaar. Ik zal kijken of ik ze komende winter wat ruimer weg kan zetten.
Desondanks zijn ze goed gegroeid, wat stormen en ander noodweer overleefd en beginnen ze wat andere kenmerken te tonen. Alle planten hebben hun eigen kleine eigenaardigheden.
Zo tonen een paar planten die sterk gegroeid zijn, aan een aantal tertiare twijgjes, de bekende quasi tegenoverstaande bladstand zoals we dat kennen van de bittere wilg.

Quasi tegenovergestelde bladstand.
Verder verschilt aan de onderkant van de bladeren de tint een beetje van lichter en donkerder groen. Het blauwachtige laagje/waasje wat je bij sommige wilgen wel eens ziet heb ik (nog) bij geen enkel exemplaar gezien. Nerven zijn wat meer of minder nadrukkelijk aanwezig en ook beharing. Sommige planten lijken vrijwel kaal, zeker het oudere blad, terwijl andere behaard zijn. Over het algemeen zijn de toppen het sterkst behaard en neemt de beharing af naargelang de bladeren ouder zijn.

De meest harige van het gezelschap. Overigens zijn de haren wolachtig en niet zijdeachtig zoals je dat bij S. viminalis ziet.


Verder lijken ook de bladranden van de planten wat te verschillen. Sommige vertonen kenmerken van S. viminalis en andere hebben juist een eenvoudig gekarteld randje.

Ik ga het nog weer een jaar aankijken. Ik ben wel iets verrast over de variatie die ik zie. Ik had wat meer homogeniteit verwacht. Nu direct heb ik er niet zo heel veel meer over te melden.