dinsdag 24 mei 2016

Van zaad tot plantje, de laurierwilg.

Dit is een klein experiment om een indruk te krijgen hoe de kieming van de laurierwilg, Salix pentandra, eruit ziet. Dit omdat bij de laurierwilg dingen iets anders verlopen dan bij de meeste andere wilgen hier in Nederland.
Bij de meeste andere soorten wilgen is er vroeg in het voorjaar bloei. Na een dag of 40 is het zaad rijp en wordt het los gelaten. Kiemrust is er niet, dus zodra het zaad op een gunstige plek land begint de kieming.  En in de loop van het jaar groeit het uit tot een kleine plant.
De laurierwilg bloeit wat later in het jaar en laat haar zaad los in het najaar.
Ik was vooral nieuwsgierig naar of het zaad kiemrust kent en hoe het de winter door komt.

Wat ik heb gedaan en waargenomen.
Bestuiving; zo vanaf 3 mei 2015 stonden bij mij de laurierwilgen in bloei. Ik heb een grote vrouwelijke struik en wat stekken waar mannelijk exemplaren tussen bleken te zitten. Dit was ook de eerste keer dat ik een mannelijke bloeiwijze zag, maar dat terzijde. Ik heb in de vrouwelijke struik een aantal katjes gelabeld en deze met pollen van de stekken bestoven. Heb hiervoor onder ander met pollen aan een penseel heen en weer gelopen want ze stonden niet naast elkaar. Bovendien openen niet alle meeldraden van de mannelijke katjes zich tegelijk. Later toen de katjes ver openstonden deze ook wel geplukt en langs de vrouwelijke katjes geveegd.
Na de bloei was het wachten, ik had geen idee wanneer ik het zaad kon verwachten.  Uiteindelijk werd het zaad losgelaten op 21 en 22 september 2015. Gedurende de zomer sprong er wel eens een zaaddoosje open, maar voor zover ik na kon gaan kwam er geen kiemkrachtig zaad vrij.

23 september 2015. Het zaad is losgelaten. De donkere puntjes zijn de zaadjes. Het witte spul is het zaadpluis waarmee de zaadjes normalitair door de wind meegenomen worden.

24 september 2015 heb ik gezaaid in een kleine maat bloempotjes. Het pluis met zaad vastgeplakt op het groeimedium. Dit op een koele lichte plek weggezet in een koude kas.  De bloempotjes in een melkwitte plastic bak met deksel tegen uitdroging. Buiten verwachte ik teveel problemen met slakken en wateroverlast. Zo hoop ik dan enigszins de natuurlijke kiem omstandigheden na te bootsen terwijl ik goed in de gaten kan houden wat er gebeurt.

24 september 2015. Zaaien doe ik door het pluis met de zaadjes vast te plakken op het groeimedium

Het zaad begint gelijk te kiemen. Al ontwikkelt het zich veel langzamer dan wat ik eerder bij andere gezaaide wilgen zag. Rond 25 oktober 2015 hebben de meeste kiemplantjes naast hun 2 kiemblaadjes ook 1 "echt" blad. Rond 27 november 2015 zijn er vaak 2 echte blaadjes.  Maar lengte groei heeft nauwelijks plaats gevonden. Plantjes zijn nog geen centimeter hoog.

18 november 2015.

Gedurende december zie ik de blaadjes vergelen en verdwijnen. Eerlijk gezegd had ik de indruk dat de plantjes afstierven.
Maar! 28 januari 2016 blijken de plantjes allemaal nog te leven! Op miniscule steeltjes verschijnen kleine groene puntjes. Inspectie met een loupe geeft duidelijkheid. Ze lopen inderdaad uit. Vaak hangen de oude blaadjes dood, verdort en schimmelig langs het steeltje. Blijkbaar zijn deze jonge plantjes al in staat om in winterrust te gaan. Ik zorg ervoor dat ze een lichtere plek krijgen zodat ze optimaal van het daglicht kunnen profiteren.  Ze stonden wat in een beschaduwde hoek.

2 februari 2016. Nog geen centimeter groot lopen de plantjes uit. Nog herkenbaar zijn de oude blaadjes van vorig jaar.

Ik heb er geen idee van hoeveel de kiemplantjes van de laurierwilg aan milieu omstandigheden kunnen verdragen. Uiteindelijk was de winter van 2015 2016 erg zacht in Nederland. Maar het lijkt erop, dat het in winterrust gaan op jonge leeftijd prima gaat.
Omdat ik de laurierwilg niet ken in zijn natuurlijke leefmilieu, wil ik verder niet ingaan over het waarom de laurierwilg dit zo doet. Ikzelf ken eerlijk gezegd geen enkele echt wilde laurierwilg, laat staan een wilde zaailing. Helaas! Maar het fascineert me wel.
Ik ga de plantjes uiteraard proberen op te kweken.