donderdag 12 maart 2015

Kruising

Salix x rubra is de naam die ooit gegeven is aan de kruising tussen een bittere wilg (Salix purpurea) en een katwilg (Salix viminalis). Ik dacht er ooit een exemplaar van in mijn bescheiden collectie te hebben. Maar waar vergelijk je hem mee zodat je zekerheid hebt? Determinatiesleutels willen wel eens ruimte voor onduidelijkheid laten en referentiemateriaal had ik niet. Daarom besloten zelf de kruising na te maken om het referentiemateriaal te verkrijgen.

De voorbereiding.

Ken het geslacht van je planten en kies je ouders. Wilgen zijn tweehuizig, dat betekent dat een plant of mannelijk of vrouwelijk is. Ik had een vrouwelijke S. purprea en een mannelijke S. viminalis en daarmee mijn keuze voor de ouders gemaakt.
Verder moet je je spullen op orde hebben. Wil je de vrouwelijke katjes afschermen om bestuiving door andere wilgen te voorkomen. Zorg dan voor een zacht doek wat je er losjes omheen kan wikkelen en 2 elastiekjes met een stokje om het vast te maken. Dit komt ook weer van pas als het zaad rijp is.

Bestuiving.

Oeps, Daar gaat het al bijna fout. Mijn enige mannelijke katwilg geknot. Ik besluit om een stevige tak in de grond te steken en er het beste van te hopen. En deze oplossing pakt gelukkig zeer goed uit. De tak blijft leven en komt tegelijk met de bittere wilg in bloei. Beter nog, de tak staat een anderhalve meter bij de bittere wilg vandaan. De lange takken (tenen) van de bittere wilgen kunnen buigen naar de katwilg tak en rijkelijk worden voorzien van stuifmeel. Ik doe dit door de katjes voorzichtig langs elkaar te wrijven. Dit herhaal ik dagelijks zolang ze bloeien. De katjes staan namelijk niet in 1 keer over de hele lengte in bloei, maar de bloei schuift op.
Uiteindelijk scherm ik de vrouwelijke katjes niet af met het zachte doek. Er waren tijdens de bloei geen andere bloeiende wilgen vlakbij en de hommels die ik ieder voorjaar druk bezig zie zag ik ook even niet. Ik gok het erop.

Zaadoogst.

Na de bestuiving moeten de vrouwelijke katjes enige tijd groeien. Hou ze in de gaten want voor je het weet zijn ze rijp, scheuren de zaaddoosjes open en waait het zaad weg. Hier komt het doek van pas. Enige tijd voordat de katjes rijp zijn en het zaad loslaten wikkel ik het doek eromheen en maak het met elastiekjes vast. Eventueel blad wat in de weg zit haal ik weg. Af en toe kijk ik voorzichtig of het zaadpluis losgekomen is. totdat .... ja!
Nu knip ik de gehele top af en neem de takken met doek en al mee naar binnen. Sluit de ramen en zorg voor een tochtvrije werkplek. Voorzichtig open ik het doek en haal het zaadpluis eruit en doe het losjes in een doos. Daar kan ik makkelijker mee rondlopen. Ik kan gaan zaaien.

Door het gewicht hangt het een beetje over, maar zo ziet het er dan uit. De rest van de wilgen zijn nog maar pas aan de groei als het zaad al bijna rijp is. Foto is genomen op 2 mei 2014. Overigens hangen buiten het beeld van de foto nog 2 van zulke toppen in de doeken.


Zaaien en opkweek.

Bij het zaaien komt het er op neer dat je het zaadpluis, op een vochtig groeimedium plakt en het met een fijne plantenspuit nog wat extra bewerkt. Ik heb een oude tray met een kwalitief goede potgrond gebruikt, maar andere potjes kunnen ook. Na het zaaien luchtig afdekken met doorzichtig plastic, voor het licht, en het niet op een te warme plek wegzetten. kijk uit met volle zon!
Wilgenzaadjes zijn miniscuul klein en krijgen weinig reserves mee, ze hebben licht en vocht nodig om succesvol te kiemen. Daarom kom je zaailingen van wilgen vaak tegen op open vochtige terreinen.
Als alles goed gaat staan er na 24 uur al kiemplantjes. De eerste tijd lijken die traag te groeien, maar waarschijnlijk investeren ze eerst in wortelgroei.
De zorg is behoorlijk intensief. Iedere dag vaak 2 keer controleren. Voorzichtig water geven om de plantjes niet om te spoelen. Luchten tegen schimmelvorming maar ondertussen uitkijken dat het niet te veel uitdroogt.
20 mei 2014, de zaailingen zijn hier al een dag of wat onderweg. Ze hebben naast de kiembladen al 1 of 2 bladeren gevormd. Precisie zaaien is er niet bij bij dit kleine zaad. Terzijnertijd zal er gedund moeten worden. Het wittige spul tussen de plantjes zijn de restanten van het zaadpluis.

12 juni 2014, ondertussen ben ik al een paar keer aan het uitdunnen geweest. Ik doe dit door de plantjes die teveel zijn onder de kiembladen door te knippen met een fijne schaar. De plantjes eruit trekken zou het risico inhouden dat je de kluit kapot trekt met alle gevolgen van die voor de overblijvende plantjes.
Omdat de potgrond vrij snel uitgeput raakt is het zaak om de jonge planten ze vroeg als je kan in de volle grond te zetten. Maak hiervoor een net kweekbed zodat je makkelijk kunt wieden en verzorgen.

De eerste indruk.

In de loop van de zomer zijn de plantjes doorgegroeid, de één beter dan de ander, maar duidelijk is wel dat ze er niet uitzien als S. purpurea en ook niet als S. viminalis. En ze zien er ook niet uit als wat ik dacht te hebben.....

8 october 2014, een indruk van de planten tegen het einde van het eerste groeiseizoen.


In de "Bildatlas der Farn- und Blütenpflanzen Deutschlands" ontdekte ik later nog een afbeelding van Salix x rubra en ik vind wel dat het erop lijkt. Tot nu toe is het project geslaagd. Ik kijk uit naar het volgende groeiseizoen.

Eventueel kun je het werk van Max Wichura lezen om meer te weten te komen over het kruisen van wilgen.

literatuur: Henning Haeupler en Thomas Muer, Bildatlas der Farn- und Blütenpflanzen Deutschlands, 2e auflage, 2007, Verlag Eugen Ulmer KG, Stuttgart.